Auteursarchief: maaikemerens

Over maaikemerens

Maaike Merens writes 38 yrs old

Blind

Mijn beste,

Oh schoon toch ’t verdriet
in wezenlijkheid ziet gij ’t niet
’t scherm hoog opgetrokken
de gemoederen bedaard, ’t ontlokken

Hoop. Allang vervlogen
zonder wee, zonder mededogen

Slaapwel mijn liefste maat
‘k geloof niet in de soldaat
ver weg met een missie,
surplus zonder permissie

Vaarwel mijn toe toemaat
‘k geloof niet in de diplomaat
ginds daar, zonder gezin.
onontbeerlijk. de plugin

Duizendmaal belogen
Honderdmaal bedrogen

‘k Sluit de kijkers.
Doet pijn, de spijkers

Hoera, weldra ’n transparante stok
geen gezever, geen amok

Ssst. Ja.
Weet hoe snel ge vergeet.
’t Is maar dat ge ’t weet.
Aja.

Liefs ILYN

Advertentie

Het boomhuis heiligt de middelen – William Scott Scurlock (1955-1995)

Als er een houten deur is waarop ik zachtjes kloppen wil, dan is het die van de ‘Scurlock Treehouse’ om met zijn notoire gastheer William Scott een babbel te slaan en zijn intrigerende bouwwerk te bewonderen. Maar ik ben hopeloos te laat. ’t Spel is verkocht en de man ligt al bijna twintig jaar onder de zoden.

Het had nochtans schoon gewezen. De deur die opengaat en hij die me groet ‘Hi, can I do something for you?’. Ik die smelt voor de bink met de grote blauwe ogen, perfect symmetrisch aangezicht, wervelende krullenbos en William die me letterlijk al de hoeken van zijn prachtig boomhuis laat zien.

De bandiet met bijnaam ‘Hollywood’, een Peter Pan verschijning veroverde mening bank en vrouwenhart in de staat Washington, meer bepaald in Seattle. Naast zijn oogverblindende looks, doen en laten, zette hij grotendeels ‘alleen’ een drie verdiepingen tellend boomhuis neer op een een 19,25 hectare groot stuk bosland te Olympia. Maar de man, een natuurliefhebber verdronk in zijn idealen. Hij creërde een valse realiteit en zag de bomen door het bos niet meer. Eind 1995, omsingeld door FBI-agenten pleegde hij, William Scott, zelfmoord in een caravan.

Over het boomhuis – ‘Waar een wil is, is een weg’

‘God’, als Hij bestaat (laat ik wijselijk in het midden), behoedt dit geweldig houtwerk. Het is mijn lievelings’ boomhuis. De ongeveer 1500 m2 grote woonst, meer dan achttien meter hoog boven de grond, bestaat uit een ongestructureerd geheel van zes verdiepen rond een ceder en een spar. Het woongeheel steunt op zeven Douglassparren, gericht naar Mount Rainier. Een dertigtal ramen geven zicht op een prachtig bos. Op het zonnedek staat een douche en de toren bevat een volledig uitgeruste keuken, een badkamer, elektriciteit en een openhaard.

In de beginne kon je enkel het rijk betreden door het beklimmen van een touwladder. Buitengaan kon met een zwier langs een draaipaal. Later werd deze in- en uitgang vervangen door een trap. De verschillende niveaus maken van het boomhuis een buitengewone constructie.

Wiliam bouwde aanvankelijk zijn meesterwerk op een gehuurd stuk land dat eveneens een boerderij omvatte, die diende als clandestien laboratorium. Het gebouw bestaat overwegend uit geplunderd materiaal van bijgelegen houtwerven. Wanneer de boerderij evenals het land te koop gesteld werd in 1990, kocht William Scurlock de eigendom voor $110.000 en beschermde zo zijn illegaal pand.

Over hem – De Valse snor: ‘Amen’

Ja, hij had vrienden. Ze hielpen hem allen mee het boomhuis bouwen. Ze omschreven Scurlock als durfal, dromer, poëet, gretig bergbeklimmer die het gelukkigste was als hij een hamer in zijn hand had.

William, zoon van een lerares en predikant, groeide, raar maar waar, permissief op, zonder regels. Toch begreep hij het verschil tussen goed en kwaad, maar ‘moraal’ liet hem koud. Hij was een volwassen man die zijn verantwoordelijkheden niet aanvaardde en die vasthield aan zijn adolescente verlangens en gedragingen. Hij ging door het leven als een charmeur en extreem manipulator.

Zijn studies chemie en biochemie inspireerde hem tot het maken van illegale drugs (o.a Crystal meth) alsook tot zijn eerste stappen als dealer. Na een gevaarlijk beroepsleven als o.a wietkweker in Hawai, drugsdealer in Noord-West USA besloot hij banken te beroven samen met wat ‘oude maten’om zijn inkomsten te vergaren en zijn extravagante levenstijl te onderhouden.

‘Hollywood’, een bijnaam uitgevonden door journalisten omdat hij kennelijk een voorliefde had voor theatrale vermommingen (o.a. valse snor), besteelde in totaal een twintigtal banken tot op de dag dat hij op de hielen werd gezeten door de FBI. Zijn laatste rooftocht bij Seafirst Bank eindigde in een vluchtpoging die uiteindelijk leidde tot zijn dood.

Toen werd het stil. Zeer stil.

Veertig jaar werd William. Hij had in zijn eigengereid wereldje allicht een gelukkig, avontuurlijk leven gekend. Hij laat zijn naam en faam achter in verscheidene journalistieke uitgaven, schrijfsels en boeken. Bovendien kunnen we, ik althans, niet naast zijn machtige, prachtige verwezenlijking ‘The Scurlock Treehouse’ kijken zonder dat de mond openvalt. Wow.

Als ik nadenk en ik kijk, word ik misselijk want ik begrijp niet dat zo’n losgeslagen mens, zo’n schoon ding kon bouwen … tegelijkertijd peinzend, dat ik hem zou kussen op zijn lippen mocht ik hem tegenkomen … .

Maar dan moet ik naar de hel.

TheScurlockTreehouse


Paris, je t’aime – Images Sauvages

Parijs. Als kind besteeg ik dapper de trappen van ‘La Tour Eiffel’. Op 115 meter hoog, hing ik als een dartelende vogel over de balustrade van elke uithoek en floot achtereenvolgens de deuntjes ‘Il est cinq heure, Paris s’éveille’ (Jacques Dutronc), ‘I love Paris’ (Ella Fitzgerald), ‘Aux Champs Élysées’ (Joe Dassin), ‘Paris’ (Edith Piaf). Vier hoeken, vier klassiekers.

Paris - France 2006 Images Sauvages

Paris – France 2006
Images Sauvages


‘Wow’ zinderde door mijn kleine hoofd terwijl ik verwonderd staarde in het oneindige. Pittoreske plaatsen, tijdloze torens, decoratieve daken, gevarieerde grasperken, geruisloze gebouwen en mini mensen brachten overzichtelijk structuur in de stedelijke chaos. Mijn ontwapende belevenis vierde ik innerlijk bescheiden wegens gebrek aan veel vuurwerk. Montmarte bestempelde ik als mijn lievelingsquartier.
Paris - France 2006 Images Sauvages

Paris – France 2006
Images Sauvages


2008. De laatste keer dat ik nog eens voet aan wal zette in de metropool der eclectische muziekgenres. Toen dwarrelde ik samen met een vriendin ter gelegenheid van Rock en Seine, rond in de tuinen van het park Saint-Claud, ten zuidwesten van Parijs. ‘The raconteurs’, de groep die me bijgebleven is door hun naam, ‘de vertellers’ of zoiets en ‘The Jon Spencer Blues Explosion’ voor hun faam.
Paris - France 2013 Images Sauvages

Paris – France 2013
Images Sauvages


Ondertussen keek ik meermaals naar de stad vanuit het autoraam, in de file op de ring rond Parijs, op doorreis naar het Zuiden. Als ik stapvoets over de Boulevard Périphérique glijd, staar ik naar daken en staat de radio op TSF Jazz (Paris Fréquence: 89.9).
Paris - France 2013 Images Sauvages

Paris – France 2013
Images Sauvages


Vandaag bekijk ik de beelden van Parijs, geschoten door Frederic Van Hecke (Images Sauvages) en een warme gloed overmant me. Ik voel het jonge gevleugelde meisje van weleer dat vanop de Eiffeltoren naar poppentafeleren gaapt. Details, meesterlijk mooi. Herinneringen volmaakt.
Paris - France 2006 Images Sauvages

Paris – France 2006
Images Sauvages


Paris I et II, je vous aime.

Meer info, meer bijzondere beelden:
www.imagessauvages.be
Like&Share Images Sauvages on Facebook

Contact:
Frederic Van Hecke
info@imagessauvages.be


De dans der eeuwigheid – Le Sacre du Printemps – Ewout D’Hoore

Ewout D’Hoore bracht een opvallende bewerking van het eeuwenoud muziek- en balletstuk ‘Le Sacre du Printemps’ (Igor Stravinsky/Vaslav Nijinsky) in het kader van honderd jaar Vooruit. Zijn cast bestond uit een uitgekiend ploegje van ‘bijna’ honderdjarigen residerend in het Gentse woon- en zorgcentrum De Vijvers.

De dans schept een confrontatie met de menselijke levenscyclus, la vie et la mort. Een uitverkoren jonge maagd danst zich dood als offer aan de zonnegod. We komen, we zijn, we doorstaan en we sterven sowieso. Eigenlijk een voor de hand liggend thema, warempel rust er nog veel taboe op. Nog meer, vooral zij die het dichts bij de dood staan, zwijgen of vezelen er het meest over. Een boeiende reden om het onderwerp tussen de ouderen wonende in De Vijvers bespreekbaar te maken en er iets mee te doen, vond Ewout. Zo geschiedde …

Wie springlustige, hevig dansende, energetische bejaarden verwachtte, kwam bedrogen uit. Integendeel krasse oudjes schuifelden rondjes, rolden gestaag doorheen de speelruimte, improviseerden tekst ter plekke. De choreograaf/regisseur Ewout, fluisterde de instructies momentaan in. Tandie McLeod begeleidde de spelers aan de arm. Pianist Michiel Soete luisterde de ruimte op. De dans der traagheid sijpelde door, opgefleurd door onvoorziene bewegingen of woorden die het geheel immens ontroerend mooi en soms hilarisch grappig maakten.

Onconventioneel, vroeger en nu, zeg dat wel. Hoewel het publiek tijdens de première in 1913 op de vuist ging, bleven kijklustigen bij de interpretatie van D’Hoore opvallend goedlachs. Twee becommentariërende vrouwelijke speelsters (naar analogie van Statler & Waldorf – The Muppet Show), de’off the record’-opmerkingen door een wellustige actrice, een ludieke interactie tussen de pianist en een oudje, én plotse danspasjes zorgden voor lachsalvo’s.

Nochtans, de talrijke aanwezigen waren gewaarschuwd. Ewout D’Hoore gaf in zijn inleiding grif toe, dat hij of de toeschouwers niet wisten, wat er zou gebeuren. Dit risico nam de regisseur/choreograaf door enkele dementerende ouderen mee te laten dartelen in zijn bezetting. ” Leve ons vermogen tot dementie! Da’s ook goed, misschien is dat ook wel het feest van mens te zijn. Om dat te kunnen vergeten, en desondanks alle moeilijkheden en alle sombere perspectieven die er zouden zijn toch…” (cfr. interview met Ewout D’Hoore – Vooruit d.d. 12 oktober 2013).

Na honderd jaar zette Ewout D’Hoore en zijn ploeg, ‘Le Sacre du Printemps’ uniek in de verf, een geslaagde herinterpretatie van de eeuwig mooie dans. En voor mijn part is het voor herhaling vatbaar.


De kroniek van een eerste week kleuterschool – geen kick.

Maandag

Geen kick. Je houdt mijn hand stevig vast. Je kijkt rond. Andere kindjes stromen toe met ouders aan hun zij. Jij zegt ‘Kijk, kijk, kindjes ook naar school.’ De rode brooddoos gaat in de koelkast, het fruitdoosje in de groene mand. De juffen juichen je toe, aaien over je gezicht.

Je trekt me mee naar het tafeltje waarop plasticine geëtaleerd staat. Je neemt gereedschap uit de ton en start met je sculptuur. Ik sta er voor spek en bonen bij dus neem ik afscheid met een zoen op je mond. Je geeft geen kick. Ik buig me voorover, zeg ‘Daaag, tot straks. Ik kom je halen.’, zwaai ostentatief. Geen kick. ‘Allez, zwaai nog eens naar je mama’ kirt een juf. Nog altijd … geen kick.

Dinsdag

‘Naar de kindjes, naar de school?’ … ‘Neen, ik blijf thuis met de mama spelen’. De boekentas gaat na veel zeuren op je rug. Op de fiets ben je stil. Al wandelend door de schoolgang knijp je mijn hand tot moes. ‘Mama mee’. Je leidt me naar de stoel van het ‘kindje van de dag’, neemt plaats. Ik wuif je dag. De juf kijkt me met rollende ogen aan, denkt luidop ‘dat plekje waar je dochter zit is nog niet besloten … bedankt, nu mag ik het oplossen’. Ik haast me weg.

‘Juf M. is mijn vriend. Ik zit met drie kindjes in de klas. Neen, mama. Vijf kindjes.’
Ik beaam je. ‘Waauw, da’s gezellig, een klasje met vijf’.
Ik denk ‘Jaja, ’t zal wel – jufs’gezicht verraadt toch wel wat meer kleuters.’

Woensdag

Ik voel een blok aan mijn been. Als een klomp hout bewegen we samen de gang door. Juf M. is er niet. De kleine paniek in je ogen verdwijnt als de vervangjuf je stoeltje onder de tafel met de timmerpuzzel schuift. Het kloppen mag beginnen. Joepie. Ik zoen, knuffel jou en glip weg.

s’Middags slaap je je schoolroes uit. Drie uur lang, stilte, geen kick.
Daarna picknicken we in het park. De zon schijnt, jij klimt op de trap om vervolgens naar beneden te glijden. Terug thuis. Hop in bad en hop in bed. 19u07.

Donderdag

Je kwettert als je je cornflakes met yoghurt eet. ‘Ik ga in de tuin werken. De bloemetjes water geven.’ ‘Oh, is er dan een moestuin?’ vraag ik. ‘Jaaa’ antwoord jij met een uitgestreken, knikkend gezicht.

Juf T. bevestigt jouw ontbijtrelaas. Terwijl zij ronduit me diets maakt, hoe flink jij wel bent geweest deze week, je groene vingers hebt, zit jij met je benen onder tafel, je rug liggend tegen de stoel, fier als een gieter te puzzelen. Een blijtend kind overstemt ons gesprek, stopt jouw gehoor. Ik kijk naar jou, knik ‘Dag dan maar, tot straks, flink zijn eh!’.

Vrijdag

‘Eerst nog een boekje lezen, mama!’
Je bent boos. Je mokt heel de fietsroute lang. Juf W. tovert jouw glimlach terug. Je was nukkig want sinds maandag is elke morgen een rush: De wekker, opstaan, yoghurt eten, boterhammen smikkelen, pyama uit, kattewasje doen, kleedjes aan, boekentas op de rug, naar beneden, de trap af, de fiets op, fietsen, de schoolbel gaat, naar’t klasje gaan. Je gunt me nog een ‘t’is oké-blik’ maar voor de rest geen kick.

14u09. Het dondert. Ik denk aan jou. Je hangt waarschijnlijk als een bang aapje aan je juf. Allicht ben je niet alleen. Zouden weenaria’s het klasgebeuren overstemmen?

’t Kickt!?

Je tong hangt uit je mond als je s’avonds in de zetel een boekje leest. Of het kot is te klein wanneer je brult, zingt, alles ozo machtig vindt en alles tegelijkertijd wil. Moe van een dagje impressies. Je bent groot nu, een kleuter. Het ritme van een schooldag dendert en jij leert stapgewijs op haar golf surfen.

IZJG


Mini-horror

Tweejarig Meisje ziet alles met haar grote blauwe ogen.
‘Wat is dat?’
Ze wijst met haar smalle vinger naar een superklein rood vlekje op het witte laken, ter hoogte van de kin.
‘Dat is bloed Meisje.’
‘Bloed?’
‘Ja bloed van de dode mug.
Muggen prikken Meisje. Ze bijten. Stout hé.
Ze zoeken een warm plekje en gaan zitten op je arm of je been of je hoofd of je buik. Ze steken dan hun mond in je huid en zuigen bloed uit je lichaam. Zo smullen zij lekker hun buikje dik en jij krijgt een dikke bobbel die vreselijk jeukt. Dan moet je krabben. Begrijp je, Meisje?’
Meisje knikt verschrikkelijk verwonderd. Haar mond open.
‘Vannacht kwam een stoute steekmug rond mama haar oren vliegen.
Ze zoemde hard en maakte mama wakker. Mama werd boos. Mama pakte de steekmug tussen de duim en de wijsvinger en kneep de mug plat. Het bloed op het witte laken komt uit het buikje van de mug. Begrijp je, Meisje?’
‘Ja.’
Tweejarig Meisje spreekt met haar grote blauwe ogen.
Ze draait zich om, springt uit het bed. Alsof het niets is.
Meisje loopt de kamer uit.
‘Oegoert eten, mama.’
‘Ook een goedemorgen Meisje.’


Patáát. Ik ben Naat! Ik durf! (Joke Guns | Yoeri Slegers)

Twee ‘must have’ vliegen in één klap, uit de reeks ‘Naat’.

Ik ben Naat!
Maak kennis met Naat. Een jongen van zes zit in de klas van lieve juf Pat. Naat is anders dan zijn drukke leeftijdsgenootjes Piet en Jan. Naat is dol op zijn zus Joen. Mooie anekdotes uit het klasleven gegrepen met aandacht voor emoties, wat wel en niet kan, mag. Of hoe Naat het klasgebeuren beleeft en juf Pat warmhartig, begripvol inspeelt op Naats anders zijn. Jufs verjaardag, een carnavalfeestje, zwemmen, speeltijd, rekenen … dolle belevenissen op een rij en bekeken door Naats ogen.

Ik ben Naat! Joke Guns | Youri Slegers
[ISBN 978-90-5838-611-3]

Ik durf!
Naat is ouder, bijna acht. Hij zit nu bij strenge meester Pat in de klas. Naat houdt nog steeds niet van drukte en verandering. Malik, Jan, Jana en Britt zijn zijn klasgenootjes. ‘Owee’, de klas gaat op bosweek. Lees hoe Naat alles weten wil en hoe hij de busrit, uit logeren, bosgeesten, spoken, onderling grappen en grollen ervaart.

Ik durf! t! Joke Guns | Youri Slegers
[ISBN 978-90-5838-665-6]

Beide verhalen neergeschreven in duidelijke, eenvoudige spreektaal door jeugdauteur Joke Guns, realistisch geïllustreerd door Yoeri Slegers.
Twee vlotte leesboekjes, zonder moeilijke woorden geschikt voor eerste lustige lezertjes en een een uitstekende, ontwapende leidraad voor het praten met kinderen over het uiten van gevoelens.

[Uitgegeven bij Wielsbeke – De Eenhoorn]


Alleluja – ‘Singing Skies’ – S.A.Staples & S.Osborne

De romantici onder ons hebben hier lik op stuk. Of hoe liefde tussen twee mensen, de passie voor beeld en muziek, bijzonder schoon in elkaar vloeit. ‘Singing Skies’ is een verrijkende samenwerking tussen partners.

De vrouw, Suzanne Osborne schildert een jaar lang hemelbeelden op mini-doek (hout – olieverf), van 18 september 2010 tot 17 september 2011 om precies te zijn. De man zingt. Stuart A. Staples, leadzanger van de Tindersticks voelt een connectie met zijn vrouw in het proces van vluchtig waarnemen, en het moment snel vereeuwigen voor het weer verdwijnt.

Zij verzilvert de momentane indruk op doek, hij schrijft zijn momentane inspiratie neer. Of hoe ‘Singing Skies’ ontstaat, een bonte mix van Stuart zijn songteksten en fragmenten uit Suzannes ‘A year in small paintings’.

singing skies_pages_2_940

De wereldpremiere (dd. 10/05/2013) in het kader van Vooruit100 ligt jammergenoeg achter de rug. Het daarbijhorende akoustische concert van de Tindersticks miste je ook maar nog tot aanstaande zondag 26 mei bewonder je de expo ‘Singing Skies’ in de dansstudio van de Vooruit, Gent (langsheen parcours van het Vooruitgebouw) en het illustratieve songboek ‘Singing Skies’, eerste editie (Song Lyrics 1992-2012/Tindersticks – S.A. Staples & S.Osborne) verkrijg je bij uitgever Kannibaal zolang de voorraad strekt.

Boek  singing skies stuart a staples suzanne osborne uitgeverij kannibaal

Als je de live-tentoonstelling niet meemaken mag, of voor één of andere zotte reden het boek niet aanschaft is de volgende optie het album ‘The Something Rain’ (2012) van de Tindersticks in huis halen, wat deels het hemels miniaturenwerk van Osborne toont.

cover the something rain tindersticks 2012

Genieten, zowel visueel als auditief. Cheers.

singing skies_pages_6_940


Hout stroomt door zijn aderen – Kaspar Hamacher

Je wezen maar de zoon van een boswachter. De fascinatie voor hout is Kaspar Hamacher, een duitstalige Belg met de paplepel ingegeven. Hij volgde een cursus schrijnwerkerij om daarna de opleiding productdesign aan de Academie Beeldende Kunsten te Maastricht te vervolmaken.

Kaspars accent ligt op ambachtelijk vervaardigen en niet zozeer op de ontwikkeling van een conceptueel ontwerp. De natuur, zijn inspiratie, een element bouwt hij netjes om tot een functioneel object. Het gebruiksvoorwerp krijgt een design door zijn fysische ingreep.

‘Ausgebrannt furniture’, meubelen uit één stuk gebrand, zijn van zijn hand. Knap en ingenieus werk.

Ausgebrannt stools By Kaspar Hamacher-Photographs©Kaspar Hamacher-09

Zitbank - Kaspar Hamacher

Chaisse Longue - Kaspar Hamacher

Kaspar Hamacher

Boekenrek - Der Lederriemen - KasparHamacher

www.kasparhamacher.be


Simon Barroo – an artist with a syndrome – dreams come true: Low Vision Great Challenge @UZ Ghent

Simon Barroo, a graphic and visual artist, sometimes walks on the streets with his eyes shut which induces a peaceful mind. His work, a dream, maybe a nightmare … an inspiring course of slowly going blind, a part of his syndrome. Two-way traffic.
Destruction becomes creation. Obstacles are a good start for new beginnings. His physical disability is a side issue while Simon doesn’t deny that his audience encounters the theme in his formerly work. You don’t have to know his story to experience his artwork.

Simon Barroo - n01-bis

Simon Barroo – n01-bis

His favorite materials include a fine brush and black Indian ink. Simon studied Illustration at Sint-Lucas, Ghent and currently he follows Free Graphics in Antwerp. He focuses namely on lithography. This year he discovers the numerous possibilities of screen printing.

Simon Barroo - uit een 'serie'

Simon Barroo – uit een ‘serie’

Simon hunts up critic, a kind of pleasure chase that ends when the catch is made. Listening to what others would do, sends the artist into the other direction. The one of creating in solitude, by which he abstains from references and throws himself into the process of ‘me and doing something’. The ‘subject’ arises naturally.

He thinks out of the box, challenges his boundaries. He transcends his portfolio; designs installations and considers performances in the near future. The ‘blind corner‘ (installation ‘without title’ at Canvascollectie 2012) has been well received by the audience and art critics. The nice thing about this work is that it divides. There are proponents and opponents as like the long white cane splits the room.

Simon Barroo - zonder titel _ Blinde Hoek_Canvascollectie 2012

Simon Barroo – zonder titel _ Blinde Hoek_Canvascollectie 2012

Sole Ostendaise is his most popular work of art. It stands for the people. The drawing is recaptured as the basis in a litho. Sole Ostendaise arised in the shadow of another piece. The creation is very surreal, absurd and it manifests itself associative.

Simon Barroo - Sole Ostendaise

Simon Barroo – Sole Ostendaise

(Abstract) expressionism, surrealism, dadaism, psychoanalysis inspire Simon Barroo. No wonder that the oeuvre of Marcel Duchamp, Louise Bourgeois and Gordon Matta Clark fascinates him.

His ‘work in progress’ is about archetypes. He looks for methods which he uses to create originals. He enlarges details which he prints silk-screen for example. He cuts the result into pieces to enlarge them again.

Simon Barroo - Nevermade

Simon Barroo – Nevermade

Current exhibitions:
Expo Prijs Frans Dille 2012-2013 → until April 7 @ Museum Plantin-Moretus Antwerp
Low Vision Great Challenge → from March 22 until June 18 – Centre for Low-Vision and Visual Rehabilitation @ UZ Ghent (free entrance during opening hours of the Centre + by appointment → contact Simon Barroo to settle an arrangement → send an e-mail to rc.oogziekten@uzgent.be or call +32 (0)485 64 83 89 → thank you )
 
More information on www.simonbarroo.be